Hoe ik denk en werk
Uitgangspunt in mijn werk is vooral het onderzoeken en hergebruiken van materialen uit de natuur. Daarbij speelt huid een belangrijke rol. De huid is het meest individuele en tastbare orgaan dat alle levende wezens met elkaar delen. De huid geeft ervaringen van het leven van de drager door.
Misschien is het daarom een van de belangrijkste materialen om uitdrukking te geven aan wat mij inspireert. Huid laat zich duurzaam verwerken en bewerken en krijgt daardoor een nieuwe identiteit, een bijna eeuwig bestaan. Huid vormt de grens tussen het stoffelijke individu en het geestelijke universum.
Op mijn vele reizen zoek ik ter plekke mijn materialen. Voor mij is het zoeken en verzamelen van nieuwe materialen een essentieel onderdeel van het scheppingsproces. Iets ‘vooraf’ dat onlosmakelijk bij het uiteindelijke beeld hoort. Ik zoek dan voornamelijk naar mystieke vormen die te maken hebben met religieuze rituelen, verering van vreemde voorwerpen, het animisme.
Komende uit een katholiek nest gebruik ik soms de symbolen uit mijn jeugd. Tijdens mijn onderzoek vooraf stuit ik voordurend op systemen, die de natuurlijke opbouw bij mens en dier weergeven. Eigenlijk gaat het om wiskundige systemen zoals de Fibonacci getallen, die refereren aan de opbouw van flora en fauna; natuurlijke wetmatigheden, die terugkomen in samengestelde beelden.
Hiermee geef ik organisch materiaal een plek en een functie in een nieuwe entiteit, die zo niet eerder heeft bestaan. In het scheppen van dergelijke nieuwe identiteiten ontstaat een eigen beeldtaal, metamorfosen laten raakvlakken zien tussen het vergankelijke van het tastbare en het eeuwige van het spirituele.
Martje Verhoeven.
“Wie denke und arbeite ich”
Bei meiner Arbeit untersuche ich Materialien aus der Natur und verwende sie für meine künstlerischen Arbeiten. Dabei spielt Tierhaut eine wichtige Rolle. Haut ist ein individuelles, fühlbares Organ aller leberwesen. Sie gibt die Lebenserfahrung ihres Trägers wieder.
Daher ist sie möglicherweise eines der bedeutendsten Materialien um das auszudrücken, was mich inspiriert. Tierhaut läßt sich nachhaltig verarbeiten und bearbeiten und bekommt dadurch eine neue Identität, ein fast ewiges Dasein. Haut ist die Grenze zwischen Körperlichkeit und geistigem Universum.
Auf meinen Reisen suchte ich dort meine Materialien. Dieses Suchen und Sammeln ist für mich ein wesentlicher Bestandteil meines Schaffensprozesses. Ich suche dabei dann besonders nach mystischen Formen, die mit religiösen Ritualen zu tun haben, mit der Verehrung von fremden Objekten und mit Animismus.
Kommend aus einer Katholischen Umgebung, benutze ich gelegentlich Symbole aus meiner Jugend. Während meiner Vorbereitungen stoße ich immer wieder auf Systeme wie die ‘Fibonacci Zahlen’, die auf den Aufbau von Flora und Fauna verweisen; Natürliche Gesetzmäßigkeiten, die sich in zusammengesetzten Bildern wiederfinden.
Damit gebe ich organischem Material eigenen Ort und eine Funktion in einer neuen Entität, die es vorher noch nicht gegeben hat. Derartige neue Identitäten ergeben ein neues Objekt: Metamorphosen zeigen Querverbindungen zwischen der Vergänglichkeit der Körperlichkeit und der Ewigkeit des Spirituellen.
Martje Verhoeven